Schoolslag techniektips!

Waar komt de naam “schoolslag” vandaan?
Dat is eigenlijk heel simpel. Deze zwemslag was namelijk de eerste slag die op schoolzwemmen werd gegeven. Ze hebben het daarom schoolslag genoemd.

De schoolslag is een zwemslag waarbij met de armen het water opzij en naar achteren geduwd wordt. De armen blijven in het water liggen. De benen maken een zijwaartse/achterwaartse trapbeweging. De schoolslag wordt gezwommen in een cyclus bestaande uit een armslag gevolgd door een beenslag.

Hieronder de techniekuitleg en enkele voorbeeldoefeningen:

Schoolslag: timing van armen en benen
Wanneer de armslag wordt ingezet, wordt het bovenlichaam vanzelf omhoog geduwd. Dan is ook het moment om adem te gaan halen. Wanneer het hoofd boven water is en de armen bijna klaar zijn met de trekfase dan moeten de benen ingetrokken worden. De handen worden dan naar elkaar geduwd en vervolgens naar voren gebracht. Dan vindt ook het sluiten van de benen plaats. De snelheid die ontstaat bij het sluiten van de benen moet optimaal benut worden door goed uit te drijven in stroomlijnhouding.  
 
Het is erg belangrijk dat er een goede timing van de beenslag is ten opzichte van de armslag om zo een goede schoolslag te kunnen zwemmen. Je moet ervoor zorgen dat je constant zwemt als één geheel. Dus niet de benen en armen los van elkaar, want dan verlies je namelijk veel snelheid en energie.  

Oefeningen:

• Schoolslag met versnelde contrafase. Dat is wanneer je je handen vanaf de borst naar voren brengt. 

• Schoolslag met extra lang uitdrijven  

• Schoolslag met vlinderslag benen 

• Schoolslag met vuisten en gespreide vingers  

• Schoolslag met alleen rechterarm + linkerbeen en vice versa  
  

Schoolslag: armslag!
Wanneer je de armslag in zet, moet je meteen gaan trekken aan het water. Je armen zet je dan in een hoek van 90 graden en je duwt met je hele onderarm tegen het water aan. Breng vervolgens je handen naar je borst. Let dan wel op de je je ellebogen hoog houdt en niet te ver naar achteren trekt. Als laatste doe je je handen snel naar voren en strek je goed uit. Het is erg belangrijk dat je de armslag klein houdt, dus niet te wijt gaan zwemmen, want dat zorgt alleen maar voor extra weerstand.  
 
Oefeningen:

• Zwem schoolslag en haal de armen door het water waarbij de vingers naar de bodem wijzen.  

• Schoolslagarmen met een plankje tussen de benen. Hoofd boven water, kin op het wateroppervlak. Probeert het water te ´pakken´ in plaats van te aaien. Duw het water weg waardoor je vooruit komt. 

• Schoolslagarmen met de vingers gespreid. Ervaar het verschil als je zwemt met de vingers gespreid of gesloten.  

• Schoolslag met versnelde contrafase. Dat is wanneer de armen terug naar voren gaan. Een gevorderde zwemmer kan dan proberen de armen over het water naar voren te brengen.  

• Schoolslag armen met borstcrawl benen.  

• Schoolslag met extra armslag. Dus 2 armslagen op 1 beenslag.

Schoolslag: beenslag!
Als je schoolslag benen zwemt, moet je er voor zorgen dat je knieën op heupbreedte blijven. De hoek van de benen ten opzichte van het bovenlichaam moet je zo groot mogelijk houden, dus niet je benen onder je lichaam trekken. Wanneer de onderbenen opgetrokken zijn, moet je je voeten naar buiten plaatsen. En dan als laatste krachtig de benen helemaal sluiten. Het is dus belangrijk dat je de beenslag klein maakt.  
 
Oefeningen:

• Zwem schoolslag benen met armen gestrekt voor het hoofd. Leg de nadruk op het   ademhalen. Je hoofd is boven water wanneer je je benen optrekt en terugleggen in het water wanneer je je benen sluit 

• Zwem schoolslag benen in rugligging met de armen langs het lichaam, tik met je hakken je handen aan. Houdt je knieën onder water.  

• Zwem schoolslag met kleine armslag, tegelijkertijd met het ademen de onderbenen snel omhoog trekken, voeten naar buiten zetten en de stuwbeweging uitvoeren. 

• Schoolslagbenen met plank rechtopstaand in het water voor je.